Aller au contenu principal

Verplaatsingsgedrag van de Brusselaars

Onderzoek Verplaatsingsgedrag

Op deze pagina vindt u modale aandelen en andere informatie verzameld in het Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG). Bij deze enquête wordt een willekeurige selectie Brusselse burgers uit het rijksregister gevraagd een vragenlijst in te vullen en gedurende één dag al hun verplaatsingen te noteren. 


Onderstaande gegevens werden verzameld bij 2685 respondenten tussen oktober 2021 en oktober 2022, en geven dus een beeld van de verplaatsingen van de Brusselaars in de periode vlak na de covidcrisis.
 

Modale aandelen van de Brusselaars

Gemiddeld

Afbeelding

36%

van de verplaatsingen is te voet tegenover 32% in 2010.

22%

van de verplaatsingen is met de bus, de tram of de metro.

27%

van de verplaatsingen is met de auto tegenover 38% in 2010.

9%

van de verplaatsingen is met de fiets tegenover 3% in 2010.

Volumes verplaatsingen van de Brusselaars

2,9

verplaatsingen, gemiddeld per dag per persoon (vanaf 6 jaar).

7,7km

is de gemiddelde verplaatsingsafstand.

3,3M

Dit zijn 3,3 miljoen verplaatsingen per dag, goed voor 25 miljoen kilometer, per dag.

34%

van de verplaatsingen is korter dan 1 km.

86%

van de verplaatsingen door Brusselaars is intern in het gewest.

3,3km

is de gemiddelde verplaatsingsafstand voor interne verplaatsingen binnen het Gewest.

Uitrusting van de Brusselse huishoudens

47%

heeft minstens één auto.

47%

heeft minstens een fiets.

Meer weten

5%

heeft een elektrische step.

5%

heeft een abonnement / registratie voor een autodeelsysteem.

11%

heeft een elektrische fiets.

8%

van de Brusselaars heeft een abonnement / registratie voor een deelstepsysteem.

Verplaatsingsdoelen

10,5%

van de verplaatsingen zijn verplaatsingen naar of in functie van het werk.

25%

van de verplaatsingen is om te gaan winkelen of inkopen te doen.

14%

van de verplaatsingen is voor ontspanning.

Modale aandelen van de Brusselaars

Fietsbezit

Bestemmingen

Wist je dat?

Wist je dat

 

Indien de fiets gebruikt wordt voor het dagelijks woon-werk of woon-school traject, dan wordt deze vaak voor veel andere verplaatsingen ook gebruikt. Mensen die gewoonlijk naar het werk of de school fietsen hebben een modaal aandeel van bijna 50% fiets en meer dan 80% voor fiets en te voet opgeteld. Dit is een sterke bevestiging van het belang van de focus op de woon-werk en woon-school verplaatsingen, ook al vormen deze een relatief beperkt gedeelte van het totaal aantal verplaatsingen.
 

Met het OVG kunnen we ook de gemiddelde snelheid per vervoersmiddel berekenen, zoals ingeschat door de gebruiker, die een inschatting van afstand en reistijd maakt. We stappen met ons allen aan 4,4 km/h, en fietsen aan 12,9 km/h, met maar een miniem verschil tussen elektrische en gewone fietsen. Voor interne verplaatsingen binnen het gewest is er een globale gemiddelde snelheid van 15,3 km/h voor Bus/Tram/Metro (waarbij de Metro het snelst is) en van 17,9 km/h voor de auto. Let wel, gezien er meer verplaatsingen gebeuren tijdens de drukste momenten weegt de spits meer door dan de niet-spits in de berekening – dit zijn geen gemiddeldes over alle uren van de dag, dit zijn gemiddeldes over alle afgelegde kilometers.
 

Telkens als een respondent een verplaatsing maakte met andere vervoerswijzen dan de auto, vroegen we of de respondent op het moment van vertrek een auto ter beschikking had: bij 25% van alle verplaatsingen niet met de auto, had de respondent in principe een auto ter beschikking, maar koos de respondent er dus toch voor deze verplaatsing op een andere manier af te leggen. Het komt duidelijk minder voor dat een auto ter beschikking was wanneer mensen zich met het openbaar vervoer verplaatsen. Anders gezegd nemen mensen niet snel een bus, tram, metro of trein wanneer ze het alternatief van een auto hebben. In het totaal kunnen we afleiden dat wanneer een auto ter beschikking is, deze voor 60% van de verplaatsingen effectief gebruikt wordt, en in 40% van de verplaatsingen toch voor een andere vervoerswijze gekozen wordt. Dat bevestigt dat het gebruik van de auto voor minder en minder Brusselaars een automatisme is, ook voor gezinnen met auto, waar overigens het aandeel auto sinds Beldam (2010) met 10% gedaald is. 

 

 

Gemiddeld maken Brusselaars 2,9 verplaatsingen per dag, en leggen ze daarbij 22 km af. Dit gemiddelde varieert uiteraard in functie van bijvoorbeeld de leeftijd van de respondent, het geslacht, of deze beroepsactief is of niet, of nog bijvoorbeeld volgens de dag van de week. Een ander variabele met impact is het autobezit: personen met een auto in het gezin maken gemiddeld 3,1 verplaatsingen per dag (dit is gemiddeld 26 km), personen zonder auto slechts 2,7 verplaatsingen (dit is gemiddeld 18 km). Het onderscheid zit hem vooral in de verplaatsingen naar buiten het gewest : met auto zijn deze veel gemakkelijker te maken. Wanneer we op interne verplaatsingen binnen het gewest inzoomen is er geen groot verschil meer in de verplaatsingen tussen mensen met auto en zonder, zowel in aantal verplaatsingen (2,5 vs 2,4 per dag) als in afgelegde kilometers (8,9 km vs 7,7 km per dag). De mobiliteitskeuzes rond het verkeer tussen ons gewest en Vlaanderen/Wallonië impacteren dus zeker niet enkel de Vlaamse en Waalse pendelaars, maar bepalen voor Brusselaars voor een stuk de noodzaak of niet om een auto ter beschikking te hebben.

Publicaties

Cover van de document

2023

Samenvatting van het Onderzoek Verplaatsingsgedrag 6 Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Tussen oktober 2021 en oktober 2022 werd het Onderzoek Verplaatsingsgedrag of OVG uitgevoerd. Dit is een onderzoek naar het verplaatsingsgedrag van Brusselaars.

Cover van de document

2023

Artikel van de Gids van de Mobiliteit over het Onderzoek Verplaatsingsgedrag 6 Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Tussen oktober 2021 en oktober 2022 werd het Onderzoek Verplaatsingsgedrag of OVG uitgevoerd. Dit is een onderzoek naar het verplaatsingsgedrag van Brusselaars.

Cover van de document

2023

Analyserapport Onderzoek Verplaatsingsgedrag 6 Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Tussen oktober 2021 en oktober 2022 werd het Onderzoek Verplaatsingsgedrag of OVG uitgevoerd. Dit is een onderzoek naar het verplaatsingsgedrag van Brusselaars.

Cover van de document

2023

Tabellenrapport Onderzoek Verplaatsingsgedrag 6 Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Tussen oktober 2021 en oktober 2022 werd het Onderzoek Verplaatsingsgedrag of OVG uitgevoerd. Dit is een onderzoek naar het verplaatsingsgedrag van Brusselaars.