Verplaatsingsgedrag
Mobiliteit kan worden verklaard in het licht van de territoriale ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hoe meer bewoners er zijn in een bepaald deel van de stad, hoe meer de mobiliteitsbehoeften er stijgen. De ruimtelijke evoluties, zowel wat betreft de bevolking als wat betreft activiteiten, spelen een rol bij de verplaatsingen van elke dag. Bij gedragswijzigingen (keuze van vervoermiddel, telewerk...) bemerkt men bovendien ook op grote schaal wijzigingen in de verkeersstroom.
60%
van de verplaatsingen minder dan 5 km (Musti, 2018).
5,4
miljoen verplaatsingen per dag (Musti, 2018).

33%
De auto (in autosolisme) vertegenwoordigt een modaal deel van 33% van de verplaatsingen in en in verband met het Gewest. Dit modaal deel varieert naargelang er gekeken wordt naar de interne verplaatsingen (24%) of de verplaatsingen die het Gewest binnenkomen/verlaten (48%). Het aantal inkomende/uitgaande en interne verplaatsingen met de auto is over het geheel genomen gelijkwaardig. (Bron: Brussel Mobiliteit, Musti 2018)