Aller au contenu principal

Toegankelijkheid gaat ons allen aan!

Meer dan een op de drie personen zijn personen "met beperkte mobiliteit", d.w.z. dat ze op de een of andere manier in hun verplaatsingen zijn beperkt. Deze zeer uiteenlopende categorie omvat:

  • personen wier vermogen om te bewegen tijdelijk of indirect is beperkt (bij het dragen van boodschappentassen of bagage bijvoorbeeld).
  • Of blijvend (personen met een handicap).

Het thema toegankelijkheid  wordt ook des te belangrijker gezien de vergrijzing van de Brusselse bevolking

Het verbeteren van de toegankelijkheid van de openbare ruimte en het openbaar vervoer maakt ons gewest niet alleen inclusiever, maar draagt ook bij tot een betere kwaliteit van de dienstverlening aan de hele bevolking en verhoogt zo ieders reiscomfort.

31,9%

Aandeel van de bevolking met beperkte mobiliteit (BELDAM, 2010).

Meer weten

9%

Aandeel van de bevolking met een permanente handicap.

Meer weten

13%

Aandeel van de bevolking ouder dan 65 jaar

Meer weten

31,9%

Aandeel van de bevolking met beperkte mobiliteit (BELDAM, 2010).

We zijn allemaal personen met beperkte mobiliteit

Het begrip "persoon met beperkte mobiliteit" is van toepassing op iedereen wiens verplaatsingen om een of andere reden zijn beperkt.

Hieronder vallen personen die moeite hebben zich te verplaatsen wegens een permanente visuele, motorische of cognitieve handicap, maar ook personen die tijdelijk in hun bewegingsvrijheid worden belemmerd omdat ze bagage dragen, vergezeld zijn van jonge kinderen of een gebroken been hebben. In feite zijn of zullen we allemaal ooit een persoon met beperkte mobiliteit zijn.

Het begrip "persoon met beperkte mobiliteit"

Het begrip "persoon met beperkte mobiliteit" is in feite in twee opzichten relatief. Afgezien van de verschillende capaciteiten van elke persoon, varieert het naargelang:

  • Enerzijds de gekozen verplaatsingswijze. Volgens BELDAM (pp. 42-44) zeggen bijvoorbeeld veel meer mensen dat ze niet in staat zijn zich per fiets te verplaatsen dan te voet of met het openbaar vervoer.
  • Anderzijds de kwaliteit van de voor het publiek beschikbare infrastructuur. Een metrostation zonder lift of een stoeprand verhoogt het aantal personen met beperkte mobiliteit op die plek.

Het verbeteren van de toegankelijkheid van de openbare ruimte en het openbaar vervoer doet ook het aantal personen met beperkte mobiliteit dalen!

Aandeel personen dat verklaart moeilijkheden te ondervinden om een verplaatsingswijze te gebruiken (in %). Bron : BELDAM 2010

De grafiek is als volgt onderverdeeld: 8,7% voor lopen 17,1% voor fietsen 8,7% voor openbaar vervoer 21,8% voor auto.
De grafiek toont het percentage mensen dat moeilijkheden meldt bij het gebruik van een vervoerswijze: 8,7% meldt moeilijkheden bij het lopen en bij het gebruik van het openbaar vervoer. 17,1% geeft aan moeite te hebben met fietsen en 21,8% met autorijden.

9%

Aandeel van de bevolking met een permanente handicap.

Beleid voor personen met een handicap

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen personen met beperkte mobiliteit en personen met een handicap. Zoals hierboven aangegeven, kampt ongeveer 30% van de bevolking met beperkte mobiliteit, waarvan slechts een deel een erkende handicap heeft.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest besteedt aandacht aan de behoeften van personen met beperkte mobiliteit in het algemeen. Er gaat echter bijzondere aandacht naar de behoeften van personen wier mobiliteit is beperkt door een handicap, aangezien het vermogen van deze personen om zich te verplaatsen over het algemeen permanent is belemmerd. De moeilijkheden waarmee zij worden geconfronteerd, zijn vaak ook moeilijker te overwinnen dan voor andere categorieën van personen met beperkte mobiliteit.

Toegankelijkheidsbeleid en toezeggingen

Het toegankelijkheidsbeleid berust daarom grotendeels op verbintenissen voor personen met een handicap. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:

  • Staat achter het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, waarin het recht op universele toegankelijkheid is vastgelegd (zie artikel 9).
  • Heeft op 8 december 2016 de ordonnantie betreffende de integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest goedgekeurd.
  • Heeft de uitdagingen in verband met de universele toegankelijkheid  van de openbare ruimte en het openbaar vervoer opgenomen in zijn Handistreamingplan .

13%

Aandeel van de bevolking ouder dan 65 jaar.

Toegankelijkheid en vergrijzing van de bevolking

Het aandeel van de bevolking dat ouder is dan 65 jaar ligt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lager dan in de andere twee gewesten van het land. Toch behoort 12% van de Brusselaars tot deze categorie en dit percentage zal in 2030 oplopen tot 14%.

Naarmate men ouder wordt, nemen de mogelijkheden om zich te verplaatsen af en wordt het risico om te vallen of een ongeluk te krijgen groter. Onze oudere personen actief en mobiel houden is niet enkel belangrijk voor hun algemene welzijn, maar ook om hen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten zijn. De inspanningen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het vlak van toegankelijkheid zijn in dat opzicht van essentieel belang.